Interessante feiten over strekmetaal

Strekmetaal heeft vier zijden

Strekmetaal heeft een draaiend effect door het productieproces, waardoor het een gestructureerde eigenschap heeft.

  • A-kant in strekrichting
  • A-zijde tegen strekrichting
  • B-kant in strekrichting
  • B-kant tegen strekrichting

Typen strekmetaal snijden

Bij het op maat snijden van het strekmetaal moeten de speciale voorwaarden met betrekking tot het type snede in acht worden genomen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende snijtypes:

  • BsLo – symmetrische breedte, open lengte
  • BgLo – breedte gesloten, lengte open
  • BsLg – symmetrische breedte, gesloten lengte
  • BLg – breedte en lengte gesloten
  • BLo – breedte en lengte open

De breedte en lengte kunnen op elke gewenste maat worden gesneden zonder rekening te houden met de maassymmetrie.

Hoe strekmetaal wordt gemeten

Maaslengte (ML)

Afstand van middelste knooppunt tot middelste knooppunt in de richting van de lange diagonaal

Maaswijdte (MB)

Afstand van de bovenste rand van het knooppunt tot de bovenste rand van het knooppunt in de richting van de korte diagonaal

Bandbreedte (SB)

Breedte van het materiaal dat overblijft tussen de openingen

Webdikte (SD)

Dikte van het gebruikte materiaal

Schema met uitleg over maaslengte, maaswijdte, webbreedte en webdikte voor strekmetaal

Masopening

Opening tussen vier staven loodrecht op het strekmetaalvlak

Kruispunt

Kruispunt tussen vier aangrenzende banen

Knooplengte

Afstand tussen twee lange diagonalen

Knoopbreedte

Ongeveer dubbele webbreedte

Dikte strekmetaal

Totale dikte van het strekmetaal

Vlakheid

De strekmetaalplaten worden als vlak beschouwd als ze met de kromming naar boven op een vlak oppervlak worden gelegd en de afstand tussen de platen en dit oppervlak maximaal 20 mm (per 1000 mm breedte) bedraagt. Voor hittebestendige platen mag de afstand 40 mm bedragen.

Sabelvorm

Het strekmetaal wordt beschouwd als recht over de langsrand als het middelpunt van de kromming niet meer dan 1,5 % van de lengte afwijkt van de rechte lijn voor een plaatdikte tot 3 mm; voor een plaatdikte van meer dan 3 mm is de afwijking van de rechte lijn niet meer dan 2 % van de lengte.